de gaanderij
De gaanderij of stelling bevindt zich ter hoogte van de 2de verdieping op een hoogte van 7 meter en wordt gebruikt om de molen in de wind te zetten, te remmen (vangen) en de wieken op te zeilen. De beplanking bestaat uit eiken balken die behandeld werden tegen vocht. De schoren en liggers zijn uit belinga en staan op een speciaal ontworpen arduinen blokje om waterinsijpeling in de romp te vermijden.
De kruihaspel is nog origineel. De oude kruiketting liep vermoedelijk volledig rond maar een bewijs hiervan is niet gevonden gezien de gaanderij volledig verdwenen was. Elke wiek heeft een geklinknagelde roede met een lengte van 13,8m en is oud -Vlaams opgehekt met een breedte van 85cm en een voorzoom van 50cm breed.
De meelzolder
Hier wordt het meel opgevangen in zakken en bedient de molenaar de molen: regelen van de kwaliteit en hoeveelheid van het meel, bediening van de vang, verkoop van meel en bloem, ... Eén van de meelgoten (westelijke) was nog aanwezig en werd tijdens de restauratie volledig gekopieerd omdat ze in te slechte staat was. De noordelijke meelgoot was verdwenen en is een kopie van de westelijke.
De pasbalk, kruisbalk en ezel werden behouden, samen met de taatspot en het peerijzer. Op alle zolders werden de Moerbalken behouden en voorzien van nieuwe kopstukken en sloffen, ook de dochterbalken werden behouden, de kinderbalken gedeeltelijk.
Er zijn 4 vier deuren naar de gaanderij, elk van deze staat gelijk met één windrichting.
Comments